Knie artrose

Wat is artrose?
Artrose is een aandoening van het gewrichtskraakbeen. Een gewricht bestaat uit twee botuiteinden die bekleed zijn met gewrichtskraakbeen. Bij een gezond gewricht is dit kraakbeen dik en het zorgt ervoor dat de botuiteinden soepel ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, zoals bij een goede kogellager. Daarnaast heeft het een schokdempende werking waardoor grote krachten kunnen worden opgevangen.

Bij artrose wordt de kwaliteit van het kraakbeen minder omdat de structuur van het kraakbeen verandert. De waterbindende eigenschappen van het kraakbeen nemen af. Dit heeft tot gevolg dat de veerkracht van het kraakbeen afneemt. Het kraakbeen zelf is niet doorbloed en niet pijngevoelig, daardoor herstelt kraakbeen nauwelijks. De gevoelde pijn bij artrose wordt dus niet door het kraakbeen zelf veroorzaakt, maar met name door het botweefsel net onder het kraakbeen en door eventuele irritatiereacties in het gewricht. Dit bot kan door de artrose ook van vorm veranderen en er kunnen botuitsteeksels aan het gewricht groeien.

Wat zijn de oorzaken van knieartrose?
Hoe knieartrose ontstaat, is niet precies bekend. Het is wel duidelijk dat het afhankelijk kan zijn van meerdere factoren, te weten:

  • Overgewicht !
  • Langdurig zware belasting van de gewrichten door zwaar lichamelijk werk (veel op hurken / knieën) of intensief sporten.
  • Een ongeval vroeger kan aanleiding geven tot vervroegde artrose op latere leeftijd.
  • Langdurig te weinig belasten en bewegen van de knie, bijvoorbeeld bij veel zittend werk.
  • Eenzijdige kniebelasting door een niet optimale stand van onderbeen ten opzichte van bovenbeen.
  • Waarschijnlijk speelt aanleg ook een rol.

Hoe wordt de artrose vastgesteld?
Via een vraaggesprek en een onderzoek is meestal al vrij duidelijk of er sprake is van knieartrose.
Bij beginnende artrose is er sprake van startpijn en/of startstijfheid. In het begin verdwijnt de pijn en stijfheid na verloop van tijd. In een later stadium verdwijnt de pijn niet meer helemaal en ontstaat ook blijvende stijfheid, in het begin veroorzaakt door spieraanspanningen en later door een verkorting van gewrichtskapsel. Ook worden bepaalde spieren rondom de knie tegelijkertijd zwakker. Soms is er sprake van knarsen, knappen of kraken van het gewricht (crepitatie).

Ook via Röntgenfoto’s kan een idee gekregen worden van de ernst van de artrose. Overigens zegt de ernst op de Röntgenfoto niets over de ernst van de pijn en klachten! Mensen met vrij ernstige artrose op de Röntgenfoto kunnen soms zonder veel klachten goed functioneren !

Hoe wordt knieartrose behandeld?
In de meeste gevallen is een conservatieve (geen operatie) behandeling de eerste keus. Een “kunstknie” heeft een beperkte levensduur en elke operatie brengt een bepaald risico met zich mee. In veel gevallen is er ook een goed resultaat te bereiken door de juiste therapie, training en leefregels.

De behandeling bestaat uit:

  • Pijnvermindering:
    Om dit te bereiken is een (tijdelijke) belastingverlaging belangrijk. Stoppen of reduceren van de sportbelasting / werkbelasting, in ernstige gevallen lopen met krukken en indien nodig de belasting langzaam verminderen door af te vallen. Veel lichte pijnvrije beweging is verder belangrijk. Dit kan bijvoorbeeld door fietsen/ hometrainer, bewegen in water, pendelbewegingen). De maatregelen worden per individu doorgesproken en bepaald. Ondersteunende therapie ter pijnvermindering in de eerste fase kunnen massagetechnieken, warmte en tractie zijn.
    Mobilisatie (verbeteren van de bewegelijkheid):
    Wanneer het gewrichtskapsel verkort is, dan kan de therapeut middels specifieke passieve rekkingen het kapsel rekken.Daarnaast worden verkorte spieren gerekt. Om weefsel werkelijk langer te maken is het belangrijk dat er regelmatig gerekt wordt en dat dit ook gedurende maanden wordt volgehouden.
  • Spierversterking:
    Spieren die bij knieartrose verzwakt zijn worden getraind. Dit zijn vaak de kniestrekker (m. Quadriceps) en vaak ook de heupstrekkers (grote bilspier) en heupspreiders (kleinere bilspieren).
  • Coördinatie:
    Wanneer er pijnvrij geoefend kan worden, dient er getraind te worden, om de opgebouwde kracht en beweeglijkheid in een goed looppatroon om te zetten. Ook andere activiteiten in het dagelijks leven of specifieke sport en/of bewegingsactiviteiten worden ingetraind.

    Als laatste wordt een preventieprogramma van oefening/training opgesteld en doorgesproken om de opgebouwde situatie zo goed mogelijk te behouden.
  • Operatie:
    Indien er sprake is van ernstige klachten en er wordt na 3 maanden geen significante verbetering in de situatie bereikt, dan is het overwegen van een operatie aan de orde.

Tips en adviezen:

  • Schoeisel: Schokdempende schoenen/ schoenzolen bij zowel werk, sport als vrije tijd.
  • Gewicht: Overgewicht belast bij staan en elke stap het kniegewricht onnodig extra.
  • Training: Een optimale spierkracht en spierlengte en voldoende beweging zijn essentieel om de situatie onder controle te houden/krijgen. Fietsen en zwemmen zijn hierbij zeer goede bewegingsvormen.
  • Soort sport: Niet alle sporten zijn geschikt indien er knieartrose aanwezig is. Sporten met snelle, onverwachte bewegingen, contactsporten en sporten met grote compressiekrachten (zoals springen en hardlopen) op de knie zijn vaak minder geschikt.
  • Belastingverandering: Toename van belasting dient niet plotseling te verlopen, maar opgebouwd te worden. Er dient dus toegewerkt te worden naar een bepaald belastingsniveau, b.v. het maken van lange bergwandelingen of een langlaufvakantie.
  • Vermijd langdurig hurken en knielen.
  • Verander regelmatig van houding.
  • Vermijd lange autoritten. Neem regelmatig een pauze en loop dan een stukje.
  • Rust roest, zeker bij artrose.

Wat wordt er van je verwacht?
Zoals al aangegeven is het belangrijk om je aan een aantal spelregels te houden om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken.
Houdt je aan de door uw therapeut aangegeven periode van relatieve rust / ontlasting van het gewricht.
Voer regelmatig je oefeningen uit thuis. Alleen oefenen in de fysiotherapiepraktijk is absoluut onvoldoende om een goed resultaat te kunnen bereiken.
Kijk of er specifieke adviezen zijn die je op zou kunnen volgen om de prognose gunstiger te maken.

Wat mag u van uw therapeut verwachten?

  • Je fysiotherapeut geeft goede informatie en voorlichting.
  • Je fysiotherapeut spreekt het behandel/trainingsprogramma met je door.
  • Je fysiotherapeut zorgt ervoor dat je goed weet wat je wel en beter niet kunt doen.
  • Je fysiotherapeut geeft je oefeningen mee voor thuistraining.
  • Je fysiotherapeut geeft een indicatie van de tijdsduur die normaal gesproken aangehouden moet worden voor een optimaal resultaat.