Mijn conditie

Een goede lichamelijke conditie houdt je fit en gezond. Middels onderstaande test kun je een indruk krijgen van je conditie. Het betreft een sneltest. Via een duurtest is het conditieniveau veelal nauwkeuriger te bepalen.

Je hartslag zegt veel over je conditieniveau. De hoogte van je hartslag in rust geeft, de snelheid waarmee je hartslag oploopt bij een bepaalde activiteit en ook de snelheid waarmee je hartslag weer lager wordt na een activiteit geven samen een goede indicatie van je conditionele niveau.

In de Ruffier Dicksontest zijn deze 3 variabelen samengepakt in 1 formule waarmee een conditiecijfer bepaald kan worden. Dit cijfer kun je vergelijken met de normwaarden in onderstaande tabel.

De test:
De hartslagmetingen zijn uiteraard het beste te meten met een hartslagmeter. Als die niet aanwezig is kan met de hand gemeten worden.

  • Meet een aantal keren ’s morgens of na een kwartier ontspannen zitten de hartslag op (meet 15 seconden, vermenigvuldig met 4). Neem de laagste waarde. Dat is je rusthartslag.
  • 10 minuten rustig zitten en vervolgens
  • Maak 30 diepe kniebuigingen in 45 seconden.
  • Raak telkens met de vingertoppen de grond aan en kom vervolgens telkens weer rechtop. (1 kniebuiging in 1,5 seconden).
  • Meet direct na de inspanning de hartslag 15 sec. (vermenigvuldig met 4). Dit is je hartslag direct na activiteit.
  • Ga vervolgens direct 1 minuut ontspannen liggen en meet dan weer de hartslag 15 sec. (vermenigvuldig met 4). Dit is je hartslag na 1 minuut rust.

Bereken de index op de volgende manier:
Tel de volgende gegevens bij elkaar op:
– Rusthartslag
– Hartslag direct na activiteit
– Hartslag na 1 minuut rust.

De uitkomst hiervan – 200 en daarna delen door 10.

Bijv. rusthartslag: 60, na activiteit: 130, na 1 minuut rust: 100
290-200 = 90
90/10 = 9
Index is dus: 9

Om te zien waar je met je conditie staat ten opzichte van vastgestelde normeringen kun je je conditiecijfer vergelijken met de waarden in de tabel hieronder.

Ruffier Dicksonindex: