Tenniselleboog

Wat is een tenniselleboog?
Een tenniselleboog is een aandoening waarbij er sprake is van een overbelasting op de aanhechting van 2 onderarmspieren (mm. extensor carpi radialis longus en brevis), die aanhechten aan de buitenzijde van de elleboog. Deze spieren lopen naar de pols. De belangrijkste functie van deze spieren is het strekken van de pols. In de volksmond spreken we wel van een tennisarm, maar de aandoening kan bij allerlei soorten overbelasting voorkomen, zoals bijvoorbeeld langdurig beeldschermwerk en andere werkzaamheden waarbij veel met de handen gewerkt wordt, zeker als de belasting eenzijdig is.

Wat kan er aan de hand zijn?
Grofweg kunnen er twee soorten blessures zijn:

  • Door een eenmalige langdurige belasting kan de pees in een keer geblesseerd raken. De prognose bij deze vorm van overbelasting is veelal gunstig.
  • Veel vaker zien we een blessure die heel langzaam is ontstaan, door regelmatige momenten van overbelasting op de pees. De verhouding tussen wat de pees moet doen en dat wat de pees aankan is dan niet meer in balans. Door overbelasting ontstaan kleine microscheurtjes die, als ze gebagatelliseerd worden, tot langdurige problemen kunnen leiden.

Een pees heeft eigenlijk altijd een hele matige doorbloeding. Dat is de reden dat peesproblemen soms lang aanhouden. Doorbloeding is immers voorwaarde voor herstel. Zeker voor de tennisarm geldt dat het een hardnekkige aandoening is die niet altijd goed reageert op behandeling. In die gevallen treedt na tussen de 1 en 2 jaar veelal een duidelijke verbetering op van de klachten.

Hoe wordt het vastgesteld?
Typisch is pijn bij aanspanning van de spier. Afhankelijk van de lokalisatie van de blessure is het aanspannen van de spier in verschillende posities pijnlijk. Het met gestekte elleboog heffen van de pols tegen weerstand is pijnlijk. De pijn is daarbij aanwezig aan de buitenkant van de elleboog en soms in het verloop van de spier. Soms is de spier zelf verhard. Via het vraaggesprek en onderzoek wordt vastgesteld met welke graad van blessure we te doen hebben.

Graad 1: pijn alleen na de belasting/training, neemt echter binnen een dag weer af
Graad 2: pijn aan het begin van de belasting/training, neemt echter vrij snel af.
Graad 3: pijn aan het begin van de training/belasting die na langere tijd afneemt.
Graad 4: blijvende pijn tijdens de training/belasting, oude belasting is niet mogelijk.
Graad 5: belasting moet gestaakt worden.
Graad 6: pijn in rust en die ook na langere tijd rust niet verdwijnt.

Hoe wordt de peesblessure behandeld?
Hoe de tennisarm behandeld wordt is sterk afhankelijk van de uitkomsten van het fysiotherapeutisch onderzoek. Wat zijn de mogelijke oorzaken geweest van het ontstaan van de klachten? Er zijn verschillende behandelingsaspecten die in meer of mindere mate een rol kunnen spelen. Een aantal belangrijke aspecten worden hieronder beschreven. Een van de belangrijkste aspecten in de behandeling van de tenniselleboog is echter vaak het op specifieke manier opbouwen van de belastbaarheid van de pees. De manier waarop wordt in het tweede deel weergegeven.

Relatieve rust
Afhankelijk van de ernst van de klachten wordt de arm eerst een paar weken rust gegeven (vanaf stadium 4). Zowel in de therapie als thuis moet de belasting op de pees laag gehouden worden. Soms kan het helpen om hierbij een hulpbandje of tape te gebruiken in overleg met je fysiotherapeut. In deze weken dient veel bewogen te worden zonder dat belastingspijn optreedt. De basis van een gezond functionerend lichaam is veel beweging. Het Cooper instituut in Amerika schat dat 10.000 zogenaamde belastingwisselingen per dag goed zijn om het lichaam gezond te laten functioneren. Nieuw is dat ook de geblesseerde pees deze beweging nodig heeft. In veel gevallen moet een passende beweging worden gezocht.

Het kenmerk van deze bewegingsvorm is:
Veel pijnvrije beweging met minimale belasting. Het zijn speciale bewegingsoefeningen die je tijdens het televisie kijken kunt uitvoeren. Je fysiotherapeut zal je hiervoor 1 of 2 oefeningen geven. Bij klachten in stadium 1,2 en 3 kan op het oude niveau verder belast/getraind worden.

Doorbloedingverbetering
Indien nodig kan de fysiotherapeut in het begin specifieke behandelmethoden toepassen om de doorbloeding van de pees te verbeteren. Hiervoor zijn massagetechnieken, in het bijzonder dwarse frictie geschikt. Daarnaast kan eventueel gedurende een beperkte periode gewerkt worden met stroomvormen of ultrageluid behandeling.

Losmaken:
Naast de lokale behandeling kan het soms ook belangrijk zijn om in het gebied van nek-bovenrug-schoudergordel specifiek te behandelen. Zeker wanneer de tennisarm aan beide zijden aanwezig is zal deze behandeling een rol spelen. Soms kan het losmaken van de handgewrichtjes een rol spelen.

Rekken
Middels doelgerichte rekoefeningen kan de spier/pees gerekt worden. Hierdoor wordt de spanning in de pees gereduceerd en de doorbloeding verbeterd.

Coördinatie en houding
Als er aanwijzingen zijn dat de klachten mogelijk mede veroorzaakt worden door een niet optimaal bewegingspatroon en/of een niet optimale houding in het armgebied en/of te hoge onnodige spierspanning, dan kunnen er door je fysiotherapeut specifieke oefeningen en training gegeven worden om de houding, coördinatie en/of spierspanning te verbeteren.

Aanpassing van de belasting:
In je werk- en/of privé situatie komt er, door de activiteiten die je verricht, een bepaalde hoeveelheid belasting op je elleboog/pees. Indien er sprake is van specifieke belastingen die het herstel van de blessure in de weg kunnen staan of herhaling van de klacht kunnen veroorzaken, is het soms goed om die belasting specifiek te verlagen. Dit bepaal je in goed overleg met je fysiotherapeut. Het kan daarbij van belang zijn dat er een werkplekonderzoek plaatsvindt, uiteraard in overleg met je werkgever.

Hieronder tref je alvast enige tips:

Beeldschermwerk:
Indien je regelmatig beeldschermwerk uitvoert (werk en/of privé) is het volgende van belang: Het blijkt dat het werken met de muis en het toetsenbord vaak leidt tot onbewuste langdurige lichte aanspanning van de strekspieren van de onderarm. In veel gevallen blijft de hand onnodig op de muis liggen, terwijl de muis op dat moment niet gebruikt wordt. Ditzelfde geldt voor de handen die vaak veel langer dan nodig boven het toetsenbord blijven zweven. Om dit te verminderen de volgende adviezen:

  • Muiswerkzaamheden ook met de andere hand gaan uitvoeren. Dit vergt zeker 3-4 weken training. In het begin zul je het ervaren als minder prettig. Na een aantal weken wordt het normaler en het is een waardevolle investering voor de rest van je werkzame leven omdat afwisseling daarna makkelijker mogelijk is. Begin altijd met 2-3 X per dag 10 minuten “muizen” met de andere hand (1e week), vervolgens uitbreiden. Vergt wel doorzettingsvermogen!
  • Haal de hand consequent van de muis en het toetsenbord als er even niet getypt of “gemuist” wordt. Leg de armen/handen ontspannen voor het toetsenbord neer. Als ondersteuning bij het aanleren hiervan is een hulpmiddel verkrijgbaar, de zogenaamde trilmuis. (zie www.hoverstop.nl) . Overleg eventueel met je fysiotherapeut.

Tennis spelen:
Bij het spelen van tennis zal de tennisarm vaak met name opspelen bij de backhand. Let bij de backhand specifiek op voldoende indraaien! Bij te weinig indraaien komt er veel “verkeerde” spanning op de aangedane pees.

Opbouwen van de belastbaarheid:
Een groot deel van tenniselleboogklachten kunnen momenteel erg succesvol behandeld worden met een actief trainingsprogramma. Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat een speciale training de slijtage-achtige processen, die vaak aan de overbelastingsklachten ten grondslag liggen, effectief kunnen beïnvloeden. Hierbij speelt het geen rol hoe lang de klachten reeds aanwezig zijn. Ook na lange perioden van klachten kan dit programma nog succesvol zijn.

Voor wie is deze actieve training bestemd?
Het programma is gemaakt voor mensen met klachten van de tenniselleboog zelf. Niet elke klacht in de buurt van de elleboog wordt veroorzaakt door de pees zelf. Andere klachten, die niet door de pees zelf veroorzaakt worden, reageren niet of soms zelf averechts op het programma. De fysiotherapeut doet een aantal testen om te zien of dit programma geschikt (inclusie) of niet geschikt voor je is.

Inhoud van het programma
Bij dit programma wordt nadrukkelijk uw eigen inzet gevraagd. Het programma bestaat uit verschillende soorten oefeningen.

Na een eventuele relatieve rustperiode voor de pees dient in de tweede periode van de training de pees bewust in toenemende mate belast te worden met speciale oefeningen. Tijdens de opbouwtraining wordt veelal gewerkt in de pijn. Deze “kracht”oefeningen moeten een draaglijke pijn uitlokken. Deze pijn schijnt de sleutel van het succes te zijn! Gedurende de eerste weken van dit opbouwprogramma kan het zijn dat de klachten juist erger worden. Laat je hierdoor niet uit het veld slaan. Na verloop van weken zul je merken dat de klachten minder worden.

Om zo snel mogelijk een optimaal resultaat te bereiken is het uiteraard van groot belang om enerzijds voldoende belasting op de pees te zetten maar anderzijds de pees niet te overbelasten waardoor de blessure terugkeert. Het is dus van belang om naast de training in het trainingscentrum ook thuis op een goede manier om te gaan met de mate van belasting op de pees! Extreme pijnen dienen tijdens de revalidatieperiode vermeden te worden (b.v. voortijdig toch weer proberen te tennissen). De totale duur van het programma is gemiddeld 16 weken, o.a. afhankelijk van de ernst van de klachten.

Thuistraining
Het thuistrainingsprogramma neemt een belangrijke plaats binnen het programma in. Om succes te behalen is een dagelijkse training van belang. Naast algemene oefeningen zal de fysiotherapeut indien noodzakelijk, specifieke individuele oefeningen geven. Niet alle voorgegeven oefeningen zijn voor iedereen even belangrijk. Je fysiotherapeut zal het uiteindelijke thuistrainingsschema met je opstellen.

Voorkomen van herhaling:
Door goed te onderzoeken welke oorzaken hebben meegespeeld bij het ontstaan van de klachten kan herhaling van klachten voorkomen worden. Allereerst is het natuurlijk belangrijk dat je lichaam in z’n algemeenheid goed belastbaar is! Beweeg je genoeg en met voldoende afwisseling? Aan de andere kant kunnen bepaalde gewoonten in werk en/of sport ook leiden tot hernieuwde overbelasting. Indien nodig zal je fysiotherapeut je adviseren.

Wat wordt er van je verwacht?
Zoals al aangegeven is het belangrijk om u aan een aantal spelregels te houden om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken. Houdt je aan de door je therapeut aangegeven eventuele periode van relatieve rust / ontlasting van het gewricht. Voer regelmatig jje oefeningen uit thuis. Alleen oefenen in de fysiotherapiepraktijk is absoluut onvoldoende om een goed resultaat te kunnen bereiken ! Kijk of er specifieke adviezen zijn die je op zou kunnen volgen om de prognose gunstiger te maken.

Wat mag je van je therapeut verwachten?

  • Je fysiotherapeut geeft goede informatie en voorlichting.
  • Je fysiotherapeut spreekt samen met jou het behandel/trainingsprogramma door.
  • Je fysiotherapeut zorgt ervoor dat je goed weet wat je wel en beter niet kunt doen.
  • Je fysiotherapeut geeft je oefeningen mee voor thuistraining.
  • Je fysiotherapeut geeft een indicatie van de tijdsduur die normaal gesproken aangehouden moet worden voor een optimaal resultaat.