Manuele therapie
Een manueeltherapeut is een fysiotherapeut die na zijn opleiding fysiotherapie een opleiding manuele therapie heeft gevolgd met een duur van gemiddeld vier jaar.
Zowel voor het lidmaatschap van de Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie (NVMT), als voor het Centraal Kwaliteitsregister van het Koninklijk Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF), waarover u hieronder meer kunt lezen, dient men afgestuurd te zijn aan één van de vijf erkende opleidingen, die allen voldoen aan het landelijk functie-opleidingsprofiel.
In een eerste gesprek zal de manueeltherapeut o.a. vragen naar het ontstaan van de klachten, wanneer de klachten optreden, hoelang de klachten bestaan en wat de klachten doet toe- of afnemen.
Daarna volgt een lichamelijk onderzoek, waarbij de manueeltherapeut de houding en het bewegen beoordeelt en, met specifieke bewegingen, de gewrichten onderzoekt.
Op grond van de verkregen onderzoeksgegevens kan een diagnose worden gesteld. Samen met de patiënt zal de manueeltherapeut beslissen of er behandeld kan gaan worden of dat de patiënt terug gaat naar de verwijzend arts met een rapportage van de manueeltherapeut.
Als er behandeld gaat worden, dan zal deze behandeling niet alleen tot doel hebben de functie van de gewrichten te verbeteren, maar ook de houding en beweging tijdens werkzaamheden en recreatie te optimaliseren.
Ook tijdens de behandeling maakt de manueeltherapeut gebruik van specifieke bewegingen in de gewrichten. De manueeltherapeut probeert opgeheven beweeglijkheid te herstellen of een teveel aan beweging te stabiliseren door middel van training.
Soms vult de manueeltherapeut deze behandeling aan met manipulaties (in de volksmond ook wel ‘kraken’ genoemd). De gewrichten worden dan wat sneller bewogen. Daarbij kan een knappend geluid worden gehoord. De meeste patiënten ervaren dit als een kortstondig vreemd gevoel, maar vinden het over het algemeen niet pijnlijk.
Wanneer naar een manueeltherapeut?
In het algemeen is de manuele therapie geschikt voor klachten die, behalve met pijn, gepaard gaan met het slechter kunnen bewegen van een gewricht of gewrichten. De effecten van manuele therapie zijn vaak direct merkbaar; de houding en de functie van de gewrichten verbeteren en het bewegen verloopt gemakkelijker.
Enkele voorbeelden:
- hoofd- en nekpijn die gepaard gaan met het slecht kunnen bewegen van de wervelkolom;
- nek- en schouderklachten die uitstralen tot in de armen;
- klachten hoog in de rug met rib- en borstpijn;
- lage rugklachten, eventueel met uitstralende pijn naar de benen;
- bepaalde vormen van duizeligheid die opgewekt worden door het bewegen van de nek;
- kaakklachten, eventueel in combinatie met nekklachten.
Voor meer informatie: