Whiplash

Wat is een whiplash?
Whiplash betekent letterlijk vertaald; zweepslag. Dit is eigenlijk een verkeerde naam, want dit betekent dat het probleem alleen in de spieren zit. Dat is niet altijd zo, afhankelijk van de ernst van de aandoening kunnen de klachten ook gedeeltelijk veroorzaakt worden vanuit de wervels, gewrichten of zenuwen.

Waardoor ontstaat een whiplash?
Meestal wordt een whiplash veroorzaakt door een verkeersongeval, de zogenaamde kop-staartbotsing, maar het kan ook worden veroorzaakt door een sportongeval; een duik in een zwembad, een kopbal, van de trap vallen, vallende voorwerpen op het hoofd, skiën, botsautootjes enz.

De klachten die je na een whiplashongeval hebt zijn van met name 3 factoren afhankelijk:

  1. Hoe hard is de klap geweest?
  2. Heb je de klap zien aankomen of niet?
  3. Wat is de extreme beweging geweest die je nek heeft gemaakt?

Ad 1. Er wordt pas van een whiplashongeval gesproken als er behoorlijke krachten in het spel zijn geweest. Je kunt je voorstellen dat de kracht bij een kop-staartbotsing met 20 km. per uur een andere is dan bij 80 km. per uur.

Ad 2. Als je de klap hebt zien aankomen kun je je voorstellen dat je spieren de grootste klap opgevangen hebben, immers die zul je vlak voor de klap hard aangespannen hebben. Op zich is dit gunstig omdat de spieren dan als een soort corset voor de wervels en zenuwen hebben gediend. De klachten zullen dan meestal pijn en stijfheid zijn evt. in combinatie met beperking van de beweeglijkheid van je nek. In ernstige gevallen kan er sprake zijn van spierscheurtjes of een grote spierscheur. Indien je de klap totaal niet hebt zien aankomen, dan zullen de spieren op het moment van de klap niet aangespannen zijn en zal de klap dus veel meer opgevangen zijn door banden en kapsels in de nek. Er zal daardoor meer rek op allerlei structuren in de nek gestaan hebben.

Ad 3. De richting van de plotselinge beweging is verder van belang. Soms is dit niet meer te achterhalen, maar meestal is er goed achter te komen welke beweging de klachten veroorzaakt heeft. B.v.: wanneer je met je auto stilstaat en een achterop komende auto rijdt je aan, dan zal de grootste beweging van je nek/hoofd naar achteren zijn geweest.
Je fysiotherapeut zal bovenstaande vragen met je doornemen om mede richting aan de behandeling te kunnen geven.

Wat zijn de meest voorkomende klachten?
De meest voorkomende klachten zijn: pijn en stijfheid in de nek. Deze kunnen gepaard gaan met hoofdpijn, pijn in de arm en schouder, duizeligheid. Ook concentratieproblemen, vermoeidheid, angst, niet goed tegen licht of geluid kunnen, rugpijn en slaapproblemen kunnen voor komen.

In verreweg de meeste gevallen is er niet echt iets kapot. Soms kan echter een botbreuk optreden of een verandering van de stand van de wervels ten opzichte van elkaar. Indien er op basis van onderzoek vermoeden kan bestaan dat dit aan de hand is, dan zullen er röntgenfoto’s gemaakt worden om dit uit te sluiten of te bevestigen. Daarnaast kan het soms voorkomen dat door het ongeval zenuwweefsel beschadigd is. Ook hierop zullen je arts en fysiotherapeut alert zijn. In die gevallen is er dus wel wat kapot en zal het beloop zeker in het begin wat anders zijn. Bij beschadiging van zenuwweefsel duurt volledig herstel langer (half jaar tot 1 jaar).

Behandeling en verloop
De spieren en banden in de nek zijn gelukkig vrij sterk. Na een whiplash is er meestal geen aantoonbare schade aan spieren, botten, banden of zenuwen. Er is meestal niets ‘kapot’ in je nek. De klachten ontstaan waarschijnlijk doordat de nek door de krachten van het ongeluk is overbelast en daardoor tijdelijk is ontregeld. Binnen zes weken na het ongeluk is meer dan de helft van de mensen weer aan het werk en na een jaar vrijwel iedereen. De grote meerderheid heeft geen blijvende hinder van zijn whiplash.

In het geval de klachten met name vanuit de spieraanspanning zijn ontstaan (wel zien aankomen):

  • In de eerste fase (1tot 3 weken) veel bewegen, zonder veel te belasten.
  • Fase 2 opbouw belastbaarheid (3 tot 6 weken), ook al is dit soms enigszins pijnlijk.

Je fysiotherapeut zal hiervoor een schema maken. Het dragen van een halskraag is in deze gevallen niet aan te bevelen.
Indien de klachten met name aanwezig zijn door overbelasting van banden, kapsel en kraakbeen (een behoorlijke klap, die je niet hebt aan zien komen), dan zal het vaak wat langer duren om volledig van je klachten af te zijn.

De eerste fase zal vaak wat langer duren (3 tot 6 weken), waarna vervolgens de belasting op gestructureerde wijze wordt opgebouwd. Een halskraag kan soms van waarde zijn in de eerste weken.

Praktische adviezen fase 1:

  • Beweeg je nek regelmatig (om de één ` twee uur) zover je kunt zonder dat het pijn doet. Kijk in een rustig tempo ongeveer tien keer afwisselend over je linker en rechter schouder, kijk vervolgens ongeveer tien keer afwisselend onder je linker en rechter oksel.
  • Zit rechtop, laat je hoofd niet hangen.
  • Wissel regelmatig (om de 15 tot 20 minuten) van houding.
  • Vermijd zware activiteiten voor je nek. Dit zijn activiteiten waarbij je nek wat langer in één houding wordt belast, zoals bij autorijden, computeren, strijken, ramen wassen en fietsen. Of waarbij je je hoofd maximaal achterover houdt, zoals bij het schilderen van het plafond of wanneer je bij de kapper je haar laat wassen.
  • Probeer zo normaal mogelijk door te gaan met je dagelijkse activiteiten (als deze niet te zwaar zijn). Ook met activiteiten zoals wandelen en fietsen kun je doorgaan. Doe het alleen wat korter dan u gewend bent en neem regelmatig een pauze.

Praktische adviezen fase 2:

  • Bouw je activiteiten verder op. Probeer alle activiteiten die je vóór het ongeval deed weer op te pakken. In het begin lijkt dit misschien eng of kan het pijnlijk zijn. Onthoudt echter dat er niets ‘kapot’ is in je nek en begin rustig. Ook met de activiteiten waar je bang voor bent. Hoe langer je deze activiteiten vermijdt, hoe meer problemen ze later kunnen geven.
  • Probeer je werk of aangepast werk te hervatten. Naarmate je langer je werk verzuimt, wordt het terugkeren moeilijker en wordt de kans op langdurig werkverzuim groter.