Rugklachten kortdurend
Hoe is je rug opgebouwd?
De wervelkolom bestaat uit 7 nekwervels, 12 borstwervels, 5 lendenwervels en het heiligbeen. Tussen twee wervellichamen ligt telkens een tussenwervelschijf; deze 23 kraakbeenschijven verhogen de elasticiteit en de bewegingsmogelijkheden van de wervelkolom. De wervelkolom geeft ook bescherming aan het zenuwweefstel die door het wervelkolomkanaal van boven naar beneden loopt.
Wat is het?
Je hebt korter dan 6 weken rugklachten. Gelukkig lijkt er geen ernstige aandoening aan de klachten ten grondslag te liggen, zoals een hernia of een wervelbreuk. In het overgrote deel van de gevallen (80-90%) is er geen specifieke diagnose te stellen bij rugklachten. Gelukkig verdwijnen deze rugklachten ook bijna allemaal in 1 tot 6 weken.
Bij klachten die langer dan 12 weken duren, spreken we van chronische rugklachten. Gelukkig komt dit maar in 2,5% van alle nieuwe gevallen van rugklachten voor. Tot en met 6 weken spreken we over acute rugklachten, daarna (7 tot 12 weken) over subacute rugklachten. Hoewel de pijn in het begin soms bijna ondragelijk kan zijn, betekent dit niet dat er sprake is van een blessure. Er is eigenlijk niets kapot in de rug. Het is veelal een forse reactie op een irritatie in de rug.
Behandeling:
- Als je voor het eerst rugklachten hebt zal je fysiotherapeut je meestal kort begeleiden, door voorlichting, adviezen en instructie. Er zal meestal niet echt behandeld worden.
- Als je regelmatig rugklachten hebt kan de behandeling wat langer duren, om herhaling in de toekomst ook zoveel mogelijk te voorkomen. Er zal specifiek gekeken worden naar factoren die bij deze herhaalde rugklachten een rol kunnen spelen (zoals ongetraindheid, instabiliteit in de rug, werkplekergonomie, manier van werken, stress e.d.).
- Bij vaker terugkerende rugklachten door instabiliteit van de onderrug zal een specifiek oefenprogramma geadviseerd worden om je onderrug te stabiliseren en klachten in de toekomst sterk te verminderen.
Je eigen rol:
- Blijf zoveel mogelijk in beweging en pas je activiteiten aan.
- Tijdens de eerste 2-3 dagen kun je eventueel pijnstillers innemen.
- Als je erge of ondragelijke pijn hebt neem dan maximaal 2 dagen bedrust.
- Hoewel de pijn na de eerste dagen vast niet helemaal weg is, is het raadzaam om toch zo snel mogelijk je normale activiteitenpatroon te hervatten.
- Probeer zo snel mogelijk weer in beweging te komen. Wanneer je werkt, probeer je werk dan wel uit te voeren, aangepast aan de mogelijkheden. Pijn is niet leidend. Vaak zal de pijn het snelst afnemen door weer te gaan belasten.
- Dus: Niet forceren, maar wel weer snel in beweging komen en weer beginnen met belasten.
In veel gevallen zal het volgende je kunnen helpen:
- In het begin veel afwisselen tussen liggen en lopen
- Als je zit, doe dit dan op een hoge stoel, waarbij je je rug gestrekt kunt houden, eventueel gesteund door een kussen in de rug. (als je je rug gestrekt houdt tijdens zitten zul je merken dat opstaan daarna veel minder problemen geeft.)
- Wandelen, waarbij je probeert om je rug langzaam meer gestrekt te houden. (in eerste instantie met kleine staplengte en later vergroten)
- Veel bewegen zonder pijn te provoceren, bijvoorbeeld door in lig 5 tot 30 minuten kleine bewegingen in je onderrug uit te voeren. (bewegingen die je als prettig ervaart)