Wervelkanaal stenose
Wat is het?
Het wervelkanaal loopt van je hoofd tot aan je onderrug. Het kanaal wordt gevormd doordat in elke wervel een gat zit. Door dit kanaal lopen zenuwstructuren, die op deze manier goed beschermd worden. Het woord “Stenose” betekent “vernauwing”. Bij een wervelkanaalstenose is er om welke reden dan ook een vernauwing ontstaan van het wervelkanaal. Meestal treedt deze vernauwing op in de onderrug door toenemende slijtage van de ruggewrichten, gepaard gaand met verdikking van deze gewrichten en banden.
Kenmerkend voor rugklachten door een wervelkanaalstenose:
- Rugklachten, maar met name uitstralende klachten naar 1 of beide benen.
- De klachten treden meer op bij gestrekte rug (lopen, staan, buiklig) dan bij een licht gebogen rug (zitten, voorovergebogen staan)
- Soms doofheid en spierzwakte in de benen en soms tintelingen in de benen.
De diagnose kan voor het grootste deel gesteld worden op basis van herkenning van de typische verschijnselen. Om de diagnose te bevestigen kan eventueel gebruikt gemaakt worden van myelografie, CT-scan of MRI.
Bij de behandeling van een wervelkanaalstenose wordt onderscheid gemaakt tussen operatie en behandeling/training. Bij lichte vernauwingen, waarbij alleen klachten optreden na lang lopen of staan is behandeling/training de strategie die als eerste gekozen wordt. Bij ernstige klachten kan onderstaande specifieke behandeling vaak ook veel effect hebben. Wanneer het effect van behandeling/training onvoldoende is kan een operatie overwogen worden.
Behandeling:
Het doel van de fysiotherapiebehandeling is dat je activiteiten kunt uitvoeren zonder of met minder klachten van je rug en benen dan nu het geval is.
De klachten kunnen vaak effectief verminderd worden door een minder gestrekte rug (achteroverkanteling van het bekken). Om dit te bereiken is een specifiek behandel/trainingsprogramma ontwikkeld. Hieronder worden de belangrijkste elementen hiervan genoemd:
Spierkrachttraining:
Er zijn specifieke spieren die helpen om je bekken in een meer achterovergekantelde positie te houden. Deze spieren worden specifiek sterker gemaakt.
Spierrekken:
Er zijn ook specifieke spieren die de achteroverkanteling van je bekken juist tegenhouden. Deze spieren worden specifiek gerekt.
Coördinatie:
Door je coördinatie van bewegen te verbeteren ben je zelf steeds beter in staat om je bekken in een goede positie te plaatsen.
Dagelijkse activiteiten:
Deze zullen specifiek getraind worden, waarbij gelet zal worden op uitvoering van de activiteiten op een manier die tot minder klachten leidt.
Hulpmiddelen:
Soms kunnen hulpmiddelen van dienst zijn om je klachten onder controle te krijgen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een steunende ruggordel of aan een loophulpmiddel.
Om effectief te zijn is het belangrijk dat het trainingsprogramma wordt volgehouden gedurende ongeveer een half jaar. Vaak zijn na enige maanden de eerste resultaten zichtbaar.
Wat verwachten wij van je:
Alleen behandeling/training in de fysiotherapiepraktijk is onvoldoende om een goed en blijvend resultaat te bereiken. Het is belangrijk dat je zelf ook thuis actief aan je herstel werkt. Hierbij spelen oefeningen voor thuis een belangrijke rol. Je krijgt ze van je fysiotherapeut. Daarnaast verwachten wij dat je adviezen van de fysiotherapeut serieus neemt en zo goed mogelijk probeert uit te voeren.
Tip: Vervang indien mogelijk een aantal van je lopende activiteiten door fietsen.
Overig:
Bij onvoldoende effect van de behandeling en training kan een operatie overwogen worden. Hierbij zijn 2 typen operatie veel voorkomend. Bij de minst ingrijpende wordt er een “stop” geplaatst tussen de 2 doornuitsteeksels, waardoor tussen die wervels meer ruimte ontstaat. Ingrijpender is de operatie waarbij alle materiaal die de vernauwing vormt zo goed mogelijk wordt weggehaald.